Last updated on mei 20th, 2023 at 06:58 pm
Uitgave 19, februari 2003
Al rond mijn 8e jaar ben ik met het wielrenvirus besmet! Door de tegenwoordig vanzelfsprekend maar toen nog afwezige televisie speelden wij in huiselijke kring spelletjes. Uiteraard Monopoly (als ik verloor vloog vaak het bord door de kamer, nooit tegen mijn verlies gekund), Mens erger je niet en ganzenbord. Maar ook hadden wij een spel dat “Giro de Italia” heette. De pionnen waren wielrennertjes en het ging ook over wielrennen. Het was mijn favoriete spel (ik won vaak). Plus het lezen van een boek, geleend bij de buren, dat “Wereldkampioen” heette. Het klassieke verhaal van de underdog die winnaar werd. Het was genoeg heroïek om een jongensziel voor eeuwig in te palmen. Via de radio kwamen verslagen van loodzware bergetappes in de tour de France. In mijn geboortejaar 1953 was Wim van Est als eerste Nederlandse gele truidrager een 70 meter diep ravijn ingevlogen. De volgende dag stond er een adv. in de krant met als zin “hij viel 70 meter diep, zijn hart stond stil, maar zijn Pontiac liep”. Deze anekdotes en heldenstories maakte mij dus tot wielerfan. De meeste kinderen verzamelden postzegels, suikerzakjes en voetbalplaatjes die met speciale albums bij, ik meen de kauwgum, compleet gemaakt konden worden. Ik verzamelde wielrenfoto’s. Daar moest je veel meer moeite voor doen. Maar het genot was 1000 maal groter. Ik schreef toen bestaande wielerteams aan met het verzoek om foto’s. Wekenlang bij thuiskomst de gang naar de brievenbus. En dan euforie, een enveloppe van bv. Flandria (Vlaamse ploeg) met ca. 10 foto’s van wielrenners. Zo spaarde ik een behoorlijke verzameling. Als ik nu weer eens een naam van een lang vergeten renner lees zie ik direct de foto uit mijn verzameling! Waar deze verzameling is gebleven weet ik niet. Waarschijnlijk opgeslagen bij een van mijn exen zoals zo veel uit mijn verleden. Ook ging ik met mijn 4 jaar oudere broer op zijn Kreissler naar koersen in Brabant. Hij was al 16. En daar kreeg je foto’s van de renners zelf, met handtekening!! Mijn broer was ook wel medeverantwoordelijk voor mijn wiellerliefde, want hij was en is nog veel gekker van wielrennen dan ik. Tegenwoordig is hij heel vaak juryvoorzitter bij belangrijke rondes. Alleen heb ik in tegenstelling tot hem ooit nog eens een wedstrijd gewonnen. Dat was een jeugdronde voor 13 en 14 jarigen. Ik trainde iedere dag zo’n 30 km. (ik moest wel want het was naar school). Dus toen de wedstrijd was fietste ik eigenlijk gewoon naar school. Achteraf waren er ouders van andere deelnemers die het oneerlijk vonden want ik had daardoor een voorsprong! Kun je nagaan, als ik net als Pantani doping gebruikt had? Dan zouden ze nu nog aan de nieuwe bestrating bezig geweest zijn. Maar in sport gaat het nooit eerlijk, de een is heel snel in de sprint en de ander wint met 2 vingers in zijn neus de Alpe d’Huez. Maar laat ik daar maar niet verder op ingaan want dan kan ik wel 100 Mallorca Vandaags mee vullen. Wielrennen dus!
Jan Jansen won in 1968 als 1e Nederlander de Tour de France, na een miraculeuze tijdrit waarin hij Herman van Springel in seconden de baas bleef. De beelden vanaf de Champ d’Elysee. Een huilende Jansen die uitschreeuwde, Cora ik heb hem. Cora is zijn vrouw! Jan Jansen komt uit Nootdorp en dat is naast het dorp waar ik opgegroeid ben, dus de volgende morgen bij het huis van zijn ouders aangebeld, en een foto mét handtekening gekregen. Ik was de trotse bezitter van een foto van de 1e Nederlandse tourwinnaar! Diezelfde dag met vriendjes nog tijdritje gereden. Als je jong bent wil je alles van je helden nadoen, dat is van alle generaties, nu wil elke jongen Michael Boogerd zijn, na zijn formidabele triomf in de Koninginnerit in de Tour de France 2002. Wielrennen was mijn jeugdliefde, en uiteraard verflauwen jeugdliefdes, maar ondanks andere interesses blijft wielrennen mijn belangstelling houden. Vanaf het begin van het seizoen de Ronde van Mallorca tot het eind de Ronde van Lombardije volg ik het. Indien mogelijk volg ik de bergetappes, vanaf de bank, in zijn geheel voor de televisie. Bij wielrennen is het spannender voor de televisie dan er zelf bij te zijn. De volgwagens in de ronde krijgen alleen wat informatie via de radio. Eigenlijk zien zij nooit iets van wat er gebeurt.
Dit jaar gaan Allard en ik samen naar de Ronde van Mallorca. Met een bestikkerde auto “Prensa” haalt Allard mij zondagochtend 10.00 uur op. De 1e etappe begint om 11.00 uur in Palma. Op de Paseo Maritimo worden 10 rondjes van 8 km. gereden. Bij aankomst is het nog wel erg rustig en dan blijkt dat de Duitse radio toch gelijk had, de start wordt 2 uur uitgesteld, de boot heeft vertraging. Als het startschot dan eindelijk heeft geklonken vertrekt er een bonte stoet van 250 wielrenners. Als we rondlopen langs het parcours ontmoeten we de heer en mevrouw Timmer, beiden grote wiellerliefhebbers. De heer Timmer is 73 jaar oud, en vroeger een verdienstelijk amateurwielrenner geweest. Op de fiets naar de wedstrijd, wedstrijd rijden en weer terug op de fiets. Vorig jaar heeft hij hier op Mallorca nog 8.000 km. gereden. Daar kunnen veel jongeren nog een voorbeeld aan nemen. Ook komen wij Cees van Dongen tegen. In de jaren ’60 was Cees een bekend profwielrenner (zijn foto had ik in mijn verzameling). Tegenwoordig organiseert hij het toerfietsen op Mallorca onder de naam Cemi wielerkampen. Volgende maand een interview met deze bekende ondernemer! Na ca. 1,5 uur mondt de wedstrijd uit in een massasprint. Leuk om dat ouderwetse wielrenfeestje weer eens mee te maken. Donderdag is de laatste etappe en om 11.00 uur zijn wij bij de start in Magalluf, die om 12.00 uur is. Om kwart over elf is het nog steeds ongewoon rustig, helemaal geen renners. Dan blijkt dat we in Palmanova staan bij de finish. Dus snel naar Magalluf voor de start. Als de renners vertrokken zijn pluizen we het routeschema uit, en besluiten naar de Coll de Soller te gaan. Het is er koud. Er is een kopgroep met een renner van de Rabobank Remmert Wielinga die uiteindelijk in Palmanova de rit wint. Toch nog een Ned. Etappezege. De renners die ik gesproken heb zijn allemaal zeer tevreden over de organisatie van de Ronde van Mallorca, beter dan de complete chaos van de Tour de France vinden zij. Tot slot voor de fam. Timmer nog even de volgende boektitels van Tim Krabbé: – 43 Wielerverhalen en De Renner.
G.P.