Last updated on mei 20th, 2023 at 09:51 pm
Uitgave 13, augustus 2002
Het is nu hoogseizoen en een groot contingent van onze landgenoten vieren hun vakantie op Mallorca. Mallorca Vandaag wordt ook veel gelezen door toeristen. En daarom deze maand speciaal voor de Nederlandstalige vakantievierders aandacht voor de prachtige stad van het eiland Palma de Mallorca. Nadat de Romeinen in 122 v. Chr. op het eiland waren geland besloten ze in deze beschutte baai een stad te stichten. Zij ontwierpen een plattegrond en legden de ligging van de stadsmuur vast. De Romeinen noemden de stad Palmeria wat zegepalm betekent. In de 5e eeuw namen de Vandalen het eiland in en vernietigde veel van wat de Romeinen opgebouwd hadden. In 1902 na Chr. veroverden de Mooren het eiland en noemden de stad Medina Mayorla. Op 31 december 1229 nam de Christelijke koning Jaume I van Aragon Palma in en werden de Mooren van het eiland verdreven. Ondanks dat er vele Moorse bouwwerken vernietigd werden zijn er gelukkig nog enkele typische Moorse gebouwen te bezichtigen. Sinds het begin van de 20e eeuw heet de stad officieel Palma de Mallorca, maar de bewoners van het eiland noemen het La Ciutat. Palma wordt vaak vergeleken met Barcelona. De indrukwekkende kathedraal La Seu, de Ramblas en de Jugendstil van Antoni Gaudi in de kathedraal en diverse gebouwen doen sterk aan Barcelona denken. Om een indruk te krijgen van de schoonheid van Palma en tegelijkertijd leuke winkeltjes te bezoeken en af te sluiten in een van de goede restaurants van de stad, is het goed om het aanvangstijdstip zo rond 17.00 uur te plannen. Alleen niet op zondag omdat ook in het seizoen iedere inwoner van Palma van de zondagsrust geniet. Informeer voor je besluit naar Palma te gaan ook even of het geen feestdag is want dan sta je voor gesloten deuren.
Een vakantie op Mallorca is niet compleet zonder een bezoek aan deze mooie stad. Voor de liefhebbers heb ik een leuke en interessante route samengesteld door de oude binnenstad. Het openbaar vervoer brengt je van willekeurig welke plaats per bus of trein naar Palma, met als eindpunt Plaça d’España. Het treinstation nemen we als vertrekpunt. Ga met je rug naar het station staan en steek de straat en het plein over en loop de Porta Pintada in. Op het eind sla je linksaf de C./ San Miquel in. Overal in de stad staan kerken die vrij te bezichtigen zijn, ik zal ze niet allemaal benoemen, maar het is de moeite waard om er eens in te lopen. Na 150 meter is er aan de rechterzijde een Grand Café, Cappuccino, hier serveert men een heerlijke kop koffie in een mooie patio, maak gelijk van de gelegenheid gebruik om op de 1e verdieping het museum te bezoeken met schilderijen van Spaanse kunstenaars. Gratis. Aan de linkerzijde van de C./ Miquel is op nr. 36 het Nederlands Consulaat gevestigd. De dagelijkse markt van Palma vinden we iets verderop op de Plaça Olivar, met uitstallingen van bloemen, fruit, vlees en vis. In de Calle San Miquel vinden we verder vele winkeltjes met merkkleding. Op het eind van deze straat lopen we vanzelf de Plaça Major op. Dit is een schitterend plein omsloten door typisch Spaanse bebouwing, met terrasjes waar je wat kunt eten en drinken. Vaak zie je hier ook straatartiesten die je onder het genot van een drankje aan het werk kunt zien. We steken het plein voor een kwart naar links over en lopen de Sindicat in. Dit is een leuke straat met heel veel winkeltjes. Aan het eind keer je weer terug en loop je via de C/Bosseria de Argenteria in, hier veel juwelenzaakjes. Ook hier keer je weer terug naar het uitgangspunt en loop je de Jaume II in, in deze straat vind je winkels met Spaanse waaiers en Afrikaans houtsnijwerk. Maar ook de betere mode komt hier aan bod. Aan het eind aan de linkerzijde gaan we de Plaça Cort in. Hier staat het stadhuis met een gevel uit de 17e eeuw in Barok. Om van de gelegenheid gebruik te maken lopen we door naar de Plaça Sant Francesc om d ekerk van San Francesc te bewonderen. Dit is een Gotisch klooster uit de 14e eeuw met een barok gevel. Hier staat ook de tombe van Ramon Llull, een voormalig rokkenjager die monnik werd, een van de beroemdste zonen van Mallorca, geboren in 1233 als zoon van een rijke edelman uit Barcelona. Zijn levensverhaal is ongelooflijk interessant maar mijn ruimte te beperkt om dit te beschrijven. Bewonder in ieder geval het interieur van deze kerk. We lopen terug naar de Plaça Cort en slaan linksaf de Santo Domingo in. Hier vind je Mallorquinse winkeltjes waar je o.a. “Sobrassada de Mallorca de Cerdo Negro” kunt kopen. Dit is een lekkernij die alleen op Mallorca te koop is. Worst van het zwarte varken met paprikapoeder, zout en natuurlijke specerijen. Dit is heerlijk op brood van Mallorca, Pa moreno bruinbrood. Let er wel op dat op de worst “Cerdo Negro” staat. In deze straat ook winkels met gebak en kookpotten. Aan het eind van deze straat steken we de Plaça Rosario over en gaan rechtsaf de Can Veri in. Hier vind je antiek winkels en enkele traditionele patio’s die vrij te bezichtigen zijn. We kruisen de Sant Nicolau en lopen via de Carer d’Orfila naar de Plaça Mercat. Op dit mooie plein aan de rechterzijde zie je het voormalige Gran Hotel. Als je het van een kleine afstand bekijkt zie je de schitterende handbeschilderde keramieke tegeltableaus in Jugendstil van leerlingen van Antoni Gaudi. Door het opkomende toerisme in het begin van de 20e eeuw werd het noodzakelijk geacht een hotel te bouwen om de reizigers onderdak te bieden. Op 9 februari 1903 werd het hotel geopend. Voor die tijd een modern hotel met elektriciteit en centrale verwarming. In 1975 werd het hotel gesloten, maar gelukkig is het gerestaureerd en doet het nu dienst als cultureel centrum waar je de schilderkunst van eind 19e en begin 20e eeuw kunt bekijken. In het café van het Gran Hotel kun je mijmeren over voorbije tijden met onder handbereik een lekker drankje. We slaan nu linksaf de La Unio in en na ca. 100 meter weer linksaf de Passeig des Born op. Deze avenue is vergelijkbaar met de Ramblas in Barcelona. Een stijlvolle promenade tussen rijen platanen en palmen. Hier vind je enkele aantrekkelijke maar dure winkels, maar ook de Casal Solleric, een museum van moderne kunst. Aan het eind van de passeig doemt aan de linkerzijde de wereldberoemde kathedraal “La Seu” (de Zijne) op. Aan het eind van het jaar 1229 voer de toen 20 jarige koning Jaume I met ca. 15.000 soldaten en 130 boten naar Mallorca. Onderweg kwam hij in een zware storm terecht. Tijdens de dagenlange overtocht dacht hij menigmaal dat zijn vllot met man en muis zou vergaan. Hij bad tot God en zwoer dat als zijn missie zou slagen om de Arabieren van Mallorca te verdrijven, hij uit dankbaarheid de grootste kathedraal van de wereld zou bouwen. Zijn bede werd verhoord. Hij kwam heelhuids op Mallorca aan en versloeg de Arabieren. Op de plaats van een moskee die tot op het fundament werd afgebroken begon men met de bouw van de kathedraal. Het heeft honderden jaren geduurd voor het bouwwerk af was en heeft in de vele jaren nadien nog menig restauratie meegemaakt. De grootste van de wereld is La Seu niet geworden maar wel een van de mooiste. Binnenin valt direct het roosvenster op met de meer dan 1000 gekleurde stukken glas, als het zonlicht erop valt zie je een zee van gekleurd licht. Tegenover de kathedraal ligt de Palac de Almudaina, dit paleis werd door de Mooren gebouwd en na de verovering door de Christenen verbouwd maar heeft nog wel de Moorse stijl. Een vleugel van het paleis is toegankelijk voor publiek waar een zeevaartmuseum is met vaandels, schilderijen en gobelins.
We lopen nu verder tot aan de boulevard waar je een mooi zicht hebt op Club Nautico met zijn jachten van de rijken der aarde. Voor het park ligt het Parc de la Mar met waterpartijen, beelden en palmen, waar je even op je gemak kunt uitrusten. Hierna gaan we rechtsaf met de zee aan onze linkerkant en lopen naar La Lonja. Hier staat het vroegere handelsgebouw en is gebouwd in Gotische stijl, het wordt nu gebruikt als museum. Op het plein voor La Lonja kun je ’s avonds bij diverse restaurantjes heerlijk in de zwoele atmosfeer buiten eten. Na het eten zijn de mogelijkheden legio, in de smalle straatjes achter het plein zijn ontelbare barretjes waaronder div. Salsatentjes. Hier vind je ook een kopie van de beroemde “Bodequita del medio” waarvan het origineel in Havanna staat, het kreeg bekendheid door de schrijver Ernest Hemingway die daar dagelijks zijn Moquita dronk, dit is een typisch Cubaans drankje met rum. Hier hoor je ook de Latijns-Amerikaanse muziek en zie je ook hele mooie Latijnse dames. In deze wijk vind je ook Abacco, een voormalig paleisje met op de vloer bergen vruchten en bloemen, met een in oude staat herstelde patio. Een schitterend spel van geuren en kleuren. Op de 1e verdieping zijn kamers tot museum ingericht, je mag er gratis rondkijken want een drankje is zo goed als onbetaalbaar. Andere mogelijkheden om na het eten uit te gaan zijn de techno disco Tito’s met zijn glazen lift naar de 1e verdieping waar je een prachtig uitzicht hebt op de verlichtte kathedraal en de baai van Palma. Tito’s is de oudste disco van Mallorca. ook kan je een bezoek brengen aan het Gran Theatre dat alleen al voor het interieur een bezoek waard is, plafondschilderingen en een ankleding in rood fluweel en goud. Hier zijn vaak optredens van wereldsterren van de lichte muziek, maar ook van de opera. Ik hoop dat degene die zich door dit stukje heeft laten inspireren er net zoveel plezier aan beleeft als ik.
G.P.