Last updated on mei 20th, 2023 at 06:57 pm
Uitgave 6, januari 2002
In deze nieuwe serie vertellen Nederlandse vrouwen over de rol van de vrouw in een andere cultuur, het contact met de familieleden, de typische Spaanse tradities, de taal , de kinderen en nog veel meer andere interessante verschillen.
Het spits werd in de vorige uitgave afgebeten door Clementine uit Campos. Zij werkte vier jaar lang in Amsterdam als maatschappelijk werkster. Daarvoor leefde ze een jaar lang in Parijs als au pair. Ze woont nu 21 jaar op Mallorca. In 1974 leerde ze haar huidige man Joan Adrover kennen. Op deze pagina leest u het vervolg van uitgave 5, waarin Clementine over de feestdagen schreef. Dit keer staat de taal centraal.
Door Joan ben ik me voor het Catalaans gaan interesseren. Ik had daar nog nooit van gehoord en het leek me leuk die taal te leren. Dus weer terug in Nederland ben ik gaan zoeken. Eerst bij het Spaanse seminarium van de universiteit van Amsterdam. Daar was een complete Catalaanse afdeling, zoiets als een goede bibliotheek, een grote zaal, groots opgezet. Ik keek mijn ogen uit. Enorme keuze uit boeken, posters met Catalaanse opschriften aan de wand, enz. “Een wereld apart”, zo vond ik het lijken. Catalaanse kranten op een stapel, vers van de pers. Ik ben eerst eens rustig gaan zitten om dat alles op me in te laten werken.: dat het Catalaans al zo’n oude taal was en dat 10 miljoen mensen het spreken! Een paar eenvoudige boekjes wilde ik lenen, toneelstukjes van Manolo de Pedrolo, die zijn het makkelijkst te lezen en te begrijpen voor een beginneling. Op de afdeling “boeken” van de Bijenkorf (meestal ruim gesorteerd) vond ik de serie “Teach yourself books” van Alan Yates en kocht het boek “Teach yourself Catalan”. Bovendien bij de stapel informatie op de universiteit lag ook de mededeling dat de Catalaanse school “El casal català” zoals iedere zondagmiddag weer om 1 uur begint tot 4 uur o.l.v. Roser Misiego de Llagostera uit Barcelona, maar wonend in Amsterdam, getrouwd met de Nederlandse Jan van de Kruk. Dat zette ik dus ook op mijn programma en de eerste zondag zal ik niet gauw vergeten. Roser verwelkomde me met zoveel hartelijkheid, ik voelde me er meteen thuis. En verder in de “klas” zaten nog zo’n 40 Nederlanders, die òf met een Catalaan(se) waren getrouwd en inNederland woonden, òf met deze status in Catalonië of de Balearen woonden, òf Nederlanders die in deze streken een huis hadden en zich voor de taal interesseerden. Allemaal gemotiveerde, fijne mensen. En Roser sprak naast het Catalaans ook vloeiend Nederlands en onderwees met een furie, alsof ze een orkest dirigeerde! Heel inspirerend en vooral gezellig. Er werd veel gelachen, vooral om hoe we die taal af en toe uitspraken, want de uitspraak viel niet mee. Geschreven herkende ik veel uit het Frans, dat was dan voor mij minder moeilijk.
Het was vreemd om na zo’n bijzondere middag weer buiten op het Amsterdamse Rokin te staan.
Deze wekelijkse lessen waren een flinke steun voor me. Ook tradities werden aangevoerd, zoals die dag vóór kerst dat we “herbes” dranken, een likeur, en “torrons” aten en er overal op de lange tafel stukken “carbó” lagen (ziet er uit als steenkool, maar heeft een snoepsmaak). Dat was een vrolijke boel! Zo heb ik daar ook de “Sardanes” geleerd, dat zijn Catalaanse volksdansen. En toen Joan en ik eens in Barcelona waren op de feestdag 11 september, dansde ik daar op de Plaça de Catalunya tussen grote kringen Barcelonezen, uitbundig Sardanes. Op weg naar mijn werk nam ik altijd de trein en bestudeerde aantekeningen. Soms, als ik moe was, las ik alleen de toneelstukken van Pedrolo of kocht de krant “Avui” op het Centraal Station in Amsterdam. Een medereiziger vroeg me eens of ik een Marokkaanse krant las. Dat was allemaal in 1974.
Al gauw schreef ik brieven in het Catalaans aan Joan, da twas ook een goede oefening. O ja, het enige woordenboek dat ik toen kon vinden was het Catalaans-Engels, Engels-Catalaans van Jordi Colomer. In het Nederlands was er nog niets op de markt. No problem, ik vond het leuk en het werd één van mijn hobby’s, bovendien met perspectief. In Barcelona kon ik de mensen al vrij goed verstaan (zij mij iets minder), maar in Mallorca hoorde ik een accent – daar moest ik toch wel even voor gaan zitten. Na een paar weken, toen ik er al woonde, praatte ik net zo Catalaans als een Campanese boer, had zonder het te merken het boerenaccent overgenomen. Het jaar dat ik in Palma woonde pikte een verslaggever van Ultima Hora mij eruit voor een reportage in het zondagsblad plus grote foto erbij! Nou ja, was het zó bijzonder?!
Aan het Spaans dacht ik nauwelijks meer, dat staat nu, na 21 jaar, nog steeds op een laag pitje. Met Joan heb ik dus eerst in het Nederlands gepraat, daarna in het Catalaans. Ik vond het leuk het Catalaans weer helpen op te bouwen, nadat Franco deze cultuur met de grond gelijk had willen maken en één taal dicteerde: het Spaans. Maar een cultuur kun je niet zomaar laten verdwijnen. Er waren allerlei illegale bewegingen om de cultuur in ere te houden en ook een boerenvakbond die de boeren hielp voor zichzelf op te komen.
De “Unió de Pagesos”, geconcentreerd in Montuïri. ’s Avonds als het donker was werd er door luidsprekers, in auto’s, de boeren opgeroepen voor een bijeenkomst die avond, met vermelding van plaats, tijd en thema. Dat heb ik ook weleens gedaan ja. Er kwamen dan heel veel boeren uit het hele eiland bijeen in een speciaal daarvoor gehuurde zaal en zij vergaderden vaak tot 3 uur ’s nachts.
Eenmaal getrouwd en wonend in Campos, kwam er van dit soort activiteiten niet veel meer, want het eerste jaar werd Joana Llucia geboren. Een naam die ook in het Nederlands goed klinkt!#
ONBEKENDE FEITEN OVER DE CATALAANSE TAAL
- De taal is ca. 1200 jaar geleden ontstaan en stamt af van het Latijn, net zoals het Portugees, Spaans, Frans en Italiaans.
- De eerste drukuitgave op het Iberisch schiereiland was in het Catalaans. Dat was ca. 500 jaar geleden.
- Op het gebied van vertalingen scoort de taal hoog. Veel boeken worden uit het Engels vertaald, maar Catalaans is de 10e taal in de wereld als het om vertalingen gaat.
- Bijna 700 jaar geleden schreef Dante Alighieri ‘La Divina Commedia’. Hierin beschreef hij in 100 zangen een denkbeeldige reis langs hel, vagevuur en paradijs. Dante beheerste zowel het Catalaans als het Italiaans en hij twijfelde of hij zijn universele meesterwerk in het Italiaans of het Catalaans zou schrijven.
- Tot een bepaalde eeuw bestonden er alleen woordenboeken met Latijn en een vreemde taal. Het eerste woordenboek zonder Latijn was een Duits-Catalaans woordenboek.
Clementine