Nederlandse vrouwen in een Mallorcaanse cultuur (34)

Last updated on mei 20th, 2023 at 06:56 pm

Leestijd: 4 minuten

Uitgave 34, mei 2004

Mijn verhuisideeën begonnen steeds meer concrete vormen aan te nemen, althans in mijn hoofd. Ik had allang het gevoel dat ik hier de langste tijd geleefd had. Er was niets meer dat hetzelfde was. Zelfs de stralend blauwe lucht en de warme zon leken veranderd te zijn. De twee jongens, die altijd zo leuk met elkaar speelden, waren alleen nog maar aan het bekvechten. En het meisje stond ineens overal buiten.

Was dat mijn eensgezinde drietal dat zich onlosmakelijk met elkaar verbonden voelde? Oudste zoon nam vriendjes mee naar huis die het met jongste zoon helemaal niet konden vinden. Die stonden lijnrecht tegenover elkaar met als resultaat: jongste zoon in zak en as. Waar was zijn broertje, zijn kameraad door dik en dun gebleven? Langzaam maar zeker ging ik met mijn drie de puberteit in. Niet alleen zijzelf, nee, godallemachtig, ik ging dubbel en dwars met ze mee.

Met de au-pairmeisjes in de zomer, lukte het niet meer. De zomer van dat jaar hebben we er twee verschillende gehad. De eerste was na een paar weken alweer verdwenen omdat ze het niet uithield zo afgelegen te wonen. Dit was haar bij de sollicitatie nadrukkelijk uitgelegd maar volgens haar zeggen, had ze zich niet voorgesteld “dat het zò erg was”. Eigenlijk had ze uitzicht op het strand nodig, met een boulevard ervòòr. Ze moest bekennen dat ze dit plan als een uitdaging had gezien, maar ze redde het niet. Bovendien klikte het niet met de twee oudsten. De eerste keer dat die, met iemand die bij ons logeerde, niet konden opschieten. Die twee veranderen in treiterkoppies; ik herkende ze bijna niet! Nella werd niet door hen geaccepteerd, ze veranderden zelfs haar naam door er “salmo” voor te zetten en toen werd het “salmonella”. Daarom, dolle pret was het niet. Zouden ze te groot voor een au-pair geworden zijn? ’s Avonds les geven kon ik nu wel vergeten.
Een paar weken later kwam een ander meisje uit de regio Zaanstad. Die werkte met een noodgang haar huishoudelijke karweitjes af zonder op of om te kijken en verdween dan met de noorderzon voor de rest van de dag. Ze was namelijk tot over haar oren verliefd geworden op een Mallorcaan, die 10 km. verderop woonde en dat is zo gebleven tot op de laatste dag. Later hoorde ik dat hij de Kerstvakantie bij haar in Nederland had doorgebracht. Fijn voor haar.
Het plan “au-pairmeisjes in de zomer” was afgedaan.
De laatste hadden nergens meer interesse in. Zelfs niet een dag per week met Joan’s toeristenbus mee op excursie over het hele eiland. En dat hadden de anderen zo op prijs gesteld.

Dus de laatste zomers op het land bracht ik door met drie beginnende pubers, die zichzelf en elkaar stierlijk verveelden. Zò kon het dus ook zijn met kinderen…Die ervaring had ik nog niet. De financiën reikten er niet toe af en toe iets leuks te ondernemen. Het water van de safareig, waar ze, in de zomer, elke dag in zwommen was sterk vervuild en ze hadden geen zin mee te helpen die schoon te maken.

Hoe meer tijd ze in het dorp doorbrachten, hoe meer ze ontdekten wat je voor geld allemaal doen kunt: er was vèèl te koop in de wereld! Ze hadden niet meer genoeg aan alleen een zakcentje, dus wilden ze wat bijverdienen. En, omdat ze toch in de zomer drie maanden vakantie hadden was dat de meeste aangewezen tijd. Maar hoe? ….Op de leeftijd van 12, 10, 8 jaar.

Dikke vette slakken verzamelen, bij regenachtig weer, hadden ze ook al gedaan. Na een flinke regenbui zag je die overal. Zelfs midden op de weg, op en in de muurtjes, overal zag je ze kruipen. Ze hadden de kunst van anderen afgekeken. Vader, moeder en kinderen gaan dan, traditiegetrouw op weg om ze bijeen te vergaren, en zagen ze, in gedachten al als lekkernij op tafel staan. Je kan ze ook wegbrengen naar iemand die erin handelt. Maar ze brachten veel te weinig op, vonden ze nu. Voor een emmer vol kreeg je maar 600 peseta’s, en daar deed je niet veel meer mee, volgens hen. Opeens kwam één van de drie op een briljant idee: kappertjes zouden meer opbrengen! En die bloeien drie maanden lang, precies de drie vakantiemaanden juni tot september!
Begin juni gingen ze eensgezind, als vanouds, elk met een emmer op pad. Ze vroegen toestemming aan de eigenaren van het desbetreffende stukje grond en gingen dan aan de slag; tegen de avond, want overdag was het te heet.

Zo’n kapperplant wordt dan, eind september tot de steel afgesneden. Traditie is dat deze afgesneden kapperplanten gedroogd worden en op de heiligendag “Santa Catalina” in november, op een grote stapel in brand worden gestoken (denk aan de “luilakberg”). Om de vuurstapel heen gaan mensen brood roosteren en sobresada grillen. Natuurlijk wordt er bij deze gelegenheid ook rijkelijk wijn geschonken….

Nadat de planten zijn afgesneden en de kleine oppervlaktes van steeltjes overblijven, wordt daar als bescherming een steen bijgelegd, als baken, en wordt het land geploegd voor de verbouwing van koren en haver. Tussen september en mei is er niets van de kapperplanten te zien. Het koren wordt eind mei geoogst en de kapperplant krijgt weer vrij spel om opnieuw te groeien. Na 3 à 4 weken beginnen ze te bloeien met heerlijk geurende witte bloesem, waarin een zoet smakende nectar zit, die je zò kunt opzuigen. Op ongeveer elke 40m². bevindt zich een kapperplant.

Na een paar uur intensief en zéér geconcentreerd plukken, met zonnepetjes op in een landelijke stilte (wie schetst hun verbazing, toen er plotseling een konijn opdook uit de kapperplant waar ze van plukten, en hen schuw aankeek…), lieten ze mij apentrots hun oogst zien en was het meteen daarna even een bende van jewelste. Na zoveel stille uren moesten ze zich even naar alle kanten uitleven. Daarna maakten we ons gereed om naar de kappertjeshandelaar in het dorp te rijden. Hier werden ze nauwkeurig gewogen op een speciale weegschaal en meestal hadden ze dan 1000 peseta’s of meer verdiend. Daarna gingen hun zorgvuldig geplukte kappertjes naar het dorpje Llubí, waar ze eerst gewassen werden en dan met zout en azijn werden ingelegd, ter verkoop.

Sinds 5 jaar worden er geen kappertjes meer geplukt op Mallorca. Het arbeidsloon was te laag en ze werden te duur. Nu worden ze veel goedkoper uit Noord-Afrika betrokken.

Clementine