
Last updated on mei 20th, 2023 at 06:56 pm
Leestijd: 4 minutenUitgave 21, april 2003
Toen mijn vader overleed was het november. De regen striemde met harde slagen tegen de ramen. Dikke donkergrijze wolken donderden over elkaar heen. Maar mijn vader lag daar heel vredig tussen heel veel prachtige bloemen. En zo heeft hij 5 dagen opgebaard gelegen. Zachte muziek aan, de 4 jaargetijden van Vivaldi waar we met z’n tweeën naar luisterden, toen ik bij hem was in april. Hij lag in een open witte kist met speciaal koelsysteem. Op deze manier had iedereen de tijd om langzaam afscheid te nemen van hem en dat was goed. Tegen hem pratend of zwijgend en zelfs zingend: iedereen op zijn eigen manier. Onderling was er ook een heel speciale sfeer, saamhorigheid, eenheid. Vaak wordt er dan over dingen gepraat, die anders niet aangeroerd zouden worden. Is de dood niet net zo belangrijk als de geboorte?
Er was een mooie kerkdienst georganiseerd, helemaal op hèm ingesteld. Dat kan nu, je kunt het helemaal organiseren zoals je het zelf wilt. Zelfs dat de kinderen eigenhandig de kist uitdragen naar het graf. En daar houden dan verschillende mensen nog een speech, of vertellen gewoon wat. En ook daar weer overal bloemen…Ruim 200 mensen waren gekomen. Familie, vrienden en bekenden overal vandaan. En ook bij het graf is gezongen. Je kunt het leed niet verzachten van een dode vader, maar je kunt de begrafenisherinnering wel wat draaglijker maken en dit is een manier. En is dit niet een verschrikkelijk groot verschil met hoe dat hier gedaan wordt?
Nauwelijks 2 dagen na overlijden word je al opgeruimd: netjes ingemetseld, koud en steriel, net zoals de mensen dan zijn. Geen enkele poespas van bloemen of een praatje, niets, alleen starre gezichten. En dat was het dan.
De tegenstelling is wel hèèl groot. Kunnen wij, Hollanders, daar niets aan veranderen? Het is niet leuk om over deze dingen na te denken maar als het even zó dichtbij komt…
Het jaar daarna, in december, stierf mijn moeder. Ik was daar een paar dagen voor de begrafenis, toen de eerste dag Joan, in Mallorca, me opbelde om te zeggen dat zijn vader was overleden. Toen ik na 3 dagen uit Nederland terugkwam was hij al begraven, de vorige dag dichtgemetseld. Ik bedoel maar: Zou U zo’n begrafenis willen hebben? Heeft U daar wel eens over gepraat met andere Nederlanders? Hoe vinden die deze koude bedoeling? Na 2 dagen ingemetseld te worden in een cementen familiebunker onder de grond? Is er geen mogelijkheid hier wat meer menselijkheid in te voeren? Hoe kunnen we dat veranderen? “Dan maar laten begraven in Nederland” is een optie. Maar je kinderen en alle aanverwanten zitten dan wel zonder een graf waar ze af en toe even naar toe willen, om een bloemetje neer te zetten, wat te praten, of er gewoon maar even te zijn in gedachten.
Een mensvriendelijke begraafplaats als een prachtig park met veel bomen, bloemen en groen, zal je hier wel nooit krijgen, maar het begrafenisritueel kan wèl veranderen. Er zou hier een enquête over moeten komen. Die waren er, lang geleden, in Nederland, ook over dit onderwerp. Als er belangstelling genoeg is, doe ik graag mee. Ik verwacht veel reacties.
En dan komt er een tijd van dankbaarheid en spijt. Dankbaar voor alles wat ze mij hebben meegegeven in het leven: veel liefde en creativiteit. Dankbaar ook, voor alle steun en begrip, vooral toen ik hier in Mallorca woonde. Tijdschriften en eigen krantjes die ze mij regelmatig opstuurden. Cadeautjes voor de kinderen en Donald Ducks. Brieven en telefoontjes. Ze bleven wekenlang hier, om me te helpen als er een baby geboren was. Bij elkaar was het zoveel. Waarom heb ik ze niet mèèr laten merken dat ik daar erg blij mee was? Misschien omdat ik het gewóón vond? Maar dat was het niet. Dat merkte ik allemaal later. Ik wist het wel: iedereen met een beetje gevoel ontkomt hier niet aan als er een dierbare overlijdt: je hebt altijd gedachten van had ik maar dit of had ik maar dat. Maar gedane zaken nemen geen keer en de heftigheid hiervan wordt minder op den duur. Maar het is nog even anders als het je ouders zijn die wegvallen: nu ben je van niemand meer “kind”, van niemand hoef je meer onvoorwaardelijke liefde, dat zo eigen is van ouder naar kind, te verwachten.
Allemaal aspecten die erbij horen. Veilige warmte en een thuishoren, de “achterban” was verdwenen.
Het was niet allemaal koek en ei in de familie in Nederland, wat betreft de nalatenschap. Eigenlijk wilde ik híervan niets meer weten. Een paar dingetjes als aandenken, dat was het enige dat ik nodig had. Verder liet ik het aan de anderen over.
In mijn werk in Nederland had ik soms met dit soort dingen te maken: sterfgevallen plus alle extra toestanden ervóór en ernà. Soms haalde ik daar wat lichtzinnig de schouders op als ik de deur achter me had dichtgetrokken. Ik was pas 20 en vond al die “heisa” wel eens overdreven. Vooral de “zeven rouwjaren” die ervoor staan. Ik zou dit vast niet zolang laten duren en nam dit soort dingen met een korreltje zout. Maar natuurlijk komen die zeven jaren van rouw en verwerking niet zomaar in de wereld; door nauwkeurig en veelvuldig onderzoek kwam dit wetenschappelijk tot stand en ik heb het aan der lijve ondervonden.
Erover praten met elkaar, vooral het herinneringen ophalen helpt om dit proces te verzachten.
P.S. Is dit allemaal wel zo belangrijk nu er weer zo’n vreselijke oorlog woedt met alle ellende op massaniveau? Maar als het leed van 1 mens niet wordt erkend of herkend waar blijft dan het gevoel van eenheid? En dààr begint alles mee!
Clementine