
Last updated on mei 20th, 2023 at 06:56 pm
Leestijd: 3 minutenUitgave 12, juli 2002
Ondertussen gingen de activiteiten van de Unió de Pagesos in Montuïri gewoon door en eens per week haalden wij de kamer vol boeren, om met elkaar van woord te wisselen over de beginnende problemen. Problemen vooral door bemiddelaars m.b.t. de melkproductie. Er werd wat af gedebatteerd en het ging er af en toe fel aan toe. Ze zagen hun hachje in gevaar komen, langzaam maar zeker. Ik opperde het plan een tijdschrift te lanceren waarin alle nieuwtjes en vooral de laatste in zouden staan, zodat iedereen op de hoogte kwam en bleef van deze zorgzame ontwikkeling. Na een paar maanden was het blad daar met de naam “Ressò”, door Joan bedacht. In aanvang eerst voor en door boeren gemaakt. Iedereen kon er zijn zegje in doen als hij wilde. Geleidelijk aan werd het een blad voor iedereen. Er werd ook ander cultuur nieuws in vermeld, interviews met luisterrijke Campanezen (wist u bi.v. dat een dorpeling uit Campos, een studie “acupincturist” in China heeft gevolgd en hier in Campos zijn praktijk heeft?).
Het maandblad bestaat nu 16 jaar en ziet er pico bello uit. Zelf heb ik er zeven jaar in geschreven. In het beginstadium. De boeren hadden de eerste (en laatste..) járen beslist veel aan dit blad, totdat ze één voor één de koeien lieten voor wat ze waren en een bar of restaurant gingen beginnen.
Door al die aanloop vanwege de stenen, was bij de mensen het ijs gebroken. Elke dag kwamen er meer kinderen met de onze in de pati spelen en ik had geen kind aan ze! Ze speelden veel bij de zandbak, iets dat ze niet kenden. Aan een tafel leerde ik ze de Nederlandse spelletjes: galgen, dik en dun, boter, kaas en eieren. Dat vonden ze erg leuk en waren daar tijden mee bezig. En ik had poppenkastpoppen – helaas alleen de poppen, maar geen nood – achter de grote zitbank gingen ze op de grond zitten en lieten zo, net boven de bank de poppen met elkaar spelen. Vaak deed ik even mee en dan moesten ze erg lachen om mijn manier van praten, want een echte Campanese zal ik nooit worden! En in de zomer ging ik vaak met 5-6 kinderen naar het strand. Iedereen droeg zijn eigen picknick pakketje en zwemspullen, emmer en schep. Op één zo’n dag speelde ik een beetje met Sebastià van anderhalf in zijn zwembandje en schuurde met mijn knie over de bodem waar hij vlijmscherp geraakt werd. In eerste instantie dacht ik dat het een scherpe steen was. Dus riep ik naar de andere kinderen dat ze hier in de buurt niet moesten komen. Dat ik mijn knie bezeerd had. Maar na een paar minuten werd mijn been steeds meer gevoelloos en wist ik: hier is wat mis. Dus duwde ik Sebastià in zijn zwembandje weer het strand op en sleepte mijn been op het strand en ging zitten. Een diepe snee van ± 10 cm. Ik kneep de huid samen: er kwam een gele vloeistof uit, geen idee wat dat was. In ieder geval geen pus. Zo heb ik 10 minuten gezeten. Steeds opnieuw gele vloeistof eruit geknepen en de kinderen spoelden dat met emmertjes water weg. Tot ik het toch wel alarmerend vond en naar huis wilde. Met vijf kinderen, alle strandbagage en een sleep-been, hees ik me in de auto en scheurde met 30 km/uur door de bochten!: het was mijn linkerbeen…
Thuis gekomen eerst nog alle spullen opgeruimd, handdoeken gespoeld, kinderen gedoucht. Toen Joan thuis kwam en mijn grauwe gezicht zag. Hij bekeek de jaap op mijn knie en zei: “Dat was geen steen, jij bent door een vis gestoken, een “Aranya….!” Ahhhh, vandaar die gele vloeistof, dat was dus gif! Hij moest me opvangen, want op dat moment, het werk was gedaan, viel ik bijna flauw van de pijn. De eerste nacht heb ik niet geslapen door de pijn. Mijn knie was twee keer zo dik als normaal. Later hoorde ik dat vissers wel eens door een “Aranya” worden gestoken en wél flauw vallen van de pijn, en dát zijn harde kerels! In diezelfde week zijn er nog twee slechtoffers van de “Aranya” in Son Dureta opgenomen geweest en moesten dagen lang op de intensive care liggen.
Ik had dus het meeste gif eruit geknepen, en de kinderen hadden het schoon gespoeld……
Clementine