Huisdieren op Mallorca (34)

Last updated on mei 20th, 2023 at 06:55 pm

Uitgave 34, mei 2004

Huidschimmelinfecties

Vorige week kwam een mevrouw bij ons de praktijk met een Yorkshire terrier, het hondje was 3 maanden oud en had een paar kale plekjes op de binnenkant van de oren en de staart. Ze had het hondje enkele weken en het kwam van een tamelijk grote fokker, overigens verkeerde het dier in goede conditie. De diagnose was niet eenvoudig te stellen. Het onderzoek met de “Woodse” lamp (een U.V. licht, wat bij sommige schimmels fluorescentie geeft) was weliswaar positief maar dat zijn korsten en schilfers bijna altijd. Daarom werd een schimmelkweek ingezet hetgeen 7 – 10 dagen duurt.

Na een week bracht de schimmelkweek de juiste diagnose; inderdaad een schimmelinfectie en wel “microporum canis”. Helaas had mevrouw nog 6 honden en bij een schimmelinfectie moeten alle dieren en de omgeving mee behandeld worden. Bij nader onderzoek bleek dat bij 5 van de 6 honden de schimmel eveneens had toegeslagen, en niet alleen bij de honden, ook bij de eigenaar. De handen en armen van mevrouw zaten vol rode jeukende plekken.

De behandeling is niet eenvoudig. Alle honden scheren, 2x per week in bad, 2x daags tabletten, het huis compleet reinigen met bleekmiddel en dat 6 weken lang. Een tijdrovende en dure aangelegenheid zo’n schimmelinfectie die we in de praktijk toch regelmatig aantreffen. Daarom gaan we deze keer wat nader op deze materie in.

Van de duizenden schimmelsoorten die er zijn, veroorzaken er slechts een paar honderd ziekten bij mens en dier (pathogene schimmels). Deze bepaalde schimmels ‘dermatofyten’ leven op huid, haren en nagels. Elke dermatofyt heeft een specifieke gastheer maar kan ook andere diersoorten en de mens aansteken. De overdracht vindt plaats door direct contact met het infectieuze materiaal, dus door direct fysiek contact maar ook door gebruik van borstels, kammen en scheerapparaat.
Het is belangrijk te weten dat de sporen buiten het dier nog jarenlang infectieus blijven.

Toch leidt blootstelling aan infectieus materiaal niet altijd tot een klinische infectie. De gezondheid, immuunstatus en leeftijd van een dier beïnvloeden dat. Een grote bron van infectie zijn de zg. “dragers”, dit zijn dieren die klinisch geen afwijkingen vertonen maar wel infectieus materiaal in zijn vacht meedraagt. Verschijnselen zijn o.a. haarverlies, kale plekken, schilfers en korsten. Dit kan lokaal voorkomen maar ook gegeneraliseerd. Vaak is een schimmelinfectie secondair, d.w.z. het dier heeft een primair huidprobleem, bv. allergie, waardoor het zich krabt en bijt. Hierdoor gaat de natuurlijke weerstand van de huid verloren en krijgt de schimmel de kans zich te vestigen.

Een schimmelinfectie kan gemakkelijk verward worden met een aantal andere huidproblemen zoals parasieten, allergieën en bacteriële infecties. Het is daarom altijd zaak een degelijk huidonderzoek uit te voeren.

Wees voorzichtig bij het zomaar in huis nemen van honden en katten. Inspecteer de huid zeer goed en bij twijfel; ga naar uw dierenarts. Met name op plaatsen waar veel dieren bij elkaar zijn zoals: dierenwinkels, asielen en fokbedrijven is het risico groot. Bij de mens is de infectie, als men de bron van de infectie wegneemt, normaal gesproken met behulp van speciale crèmes eenvoudig te verhelpen.

Marianne van der Wal