
Last updated on mei 20th, 2023 at 06:57 pm
Uitgave 21, april 2003
De vorige aflevering van „Spreekuur“ heb ik gewijd aan astma en chronische bronchitis, oftewel CARA (Chronische Aspecifieke Respiratoire Aandoeningen) en hoe de hierbij behorende symptomen ontstaan. In deze aflevering wil ik de behandelingsmogelijkheden beschrijven, en de werkingsmechanismen van de verschillende inhalatoren. Mocht dit onderwerp u interesseren, dan kan ik aanraden om eerst de vorige aflevering te lezen.
Wanneer het gaat om het behandelen van hyperactieve/overgevoelige longen (zie vorige aflevering) of daadwerkelijke CARA, staat het vermijden van de oorzakelijke prikkels op de voorgrond. Sigarettenroken dient natuurlijk te worden vermeden. Infecties van de luchtwegen dienen vroegtijdig en grondig behandeld te worden, en wanneer mogelijk voorkómen (elk jaar in september een griepprik!) Ook alle vormen van allergieën kunnen bij CARA patiënten meteen tot ademnood leiden.
In de meeste gevallen bestaat de behandeling uit het toedienen van zogenaamde inhalatoren: sprays of vernevelaars om in te ademen. Wanneer het niet mogelijk is om met inhalatoren te behandelen, bijvoorbeeld bij kleine kinderen, kunnen de medicamenten ook in tabletten of druppels worden gegeven. Nadeel hiervan is een grotere kans op ongewenste bijwerkingen. In lichte tot matige gevallen, waarbij de klachten aanvalsgewijs optreden zal de arts een inhalator voorschrijven die de spiercelletjes in de wanden van de kleine luchtwegen (bronchioli) snel verslapt en zo de vernauwing hiervan opheft (snel werkende b 2-agonisten, zoals Ventolin) om alleen tijdens aanvallen te nemen. Wanneer de aanvallen vaker of zelfs dagelijks optreden wordt overgegaan op een onderhoudstherapie van inhalatoren die het slijmvlies “kalmeren”, namelijk ontstekingsremmers zoals cortison inhalatoren, of “prikkelremmers” zoals cromoglicinezuur. Hierdoor wordt de overmatige slijmproductie afgeremd en de spasmen in de kleine luchtwegen voorkómen. Deze worden dan meestal voor een aantal malen per dag voorgeschreven, en de snelwerkende b 2-agonisten kunnen daarnaast worden gebruikt bij eventuele toch nog optredende aanvallen met ademnood.
Wanneer ook dit niet voldoende werkzaam is, wordt een inhalator toegevoegd met een langwerkende b 2-agonist (bv. salmeterol/Serevent) of een anti-cholinergicum (bv. ipatropuim/Atrovent). Deze gaan de vernauwing van de luchtwegen voor langere tijd tegen. Deze worden dan regelmatig genomen om aanvallen te voorkómen, en niet terwijl men een aanval heeft. Voor deze laatste gevallen behoudt de patiënt dan nog zijn snelwerkende inhalator.
Mocht u hyperactieve longen of CARA hebben, is het dan ook zinvol dat u begrijpt welk medicament welke werking heeft. Laat uzelf hierover goed informeren. Ik hoor vaak van patiënten op mijn spreekuur dat ze bij een acute aanval ook hun cortison-inhalator gebruiken (zoals Pulmicort of Becotide), dat heeft dus weinig effect. De cortison inhalatoren en de langwerkende b 2-agonisten kan men beter op gezette tijden nemen (meestal ‘s morgens en ’s avonds, afhankelijk van het preparaat). Vaak worden deze gecombineerd voorgeschreven in één inhalator. Bij ernstigere vormen van CARA worden ook de kortwerkende b 2-agonisten regelmatig voorgeschreven. In elk geval is het altijd zinnig om de b 2-agonisten (vooral de kortwerkende) vóór de cortison-inhalatoren te nemen. De eerste opent immers de luchtwegen, waardoor de cortison vervolgens dieper kan worden geïnhaleerd. Na een cortisoninhalatie is het verstandig de mond uit te spoelen met een antiseptisch middel (bv. Oraldine). De afweeronderdrukkende werking van cortison kan anders infecties, vooral door schimmels, in de mond vergemakkelijken.
Ondanks het feit dat het nut van slijmverdunnende middelen nog zeer ter discussie staat, zijn er aanwijzingen dat bij CARA patiënten het middel acetylcysteïne mogelijk verbetering brengt.
In zeer hardnekkige gevallen of perioden van verergering (exacerbaties) kan de arts besluiten om (tijdelijk) cortison en/of sterkere bronchusverwijders (bv Theophyllline) als injectie of in tabletten voor te schrijven. Belangrijk is te weten dat wanneer u langere tijd cortison in tabletten genomen heeft, u deze behandeling nooit plotseling mag staken. Er is namelijk een kans dat uw eigen cortison productie in de bijnieren onderdrukt is, hetgeen tot een dodelijke afloop kan leiden. Cortisontabletten moeten daarom altijd, volgens een door de arts voorgeschreven schema, langzaam worden afgebouwd.
Tenslotte zijn er een aantal geneesmiddelen die een CARA patiënt beter kan vermijden. Dit geld vooral voor de zg. “beta-blokkers” die soms tegen een hoge bloeddruk worden voorgeschreven, maar ook voor een eenvoudig aspirientje. Wanneer u dus niet-voorgeschreven middelen bij de apotheek of drogist koopt, is het raadzaam altijd even te melden dat u CARA patiënt bent.
Eva Raaff